Home › Forum › Zeverhoekje › No Porsche but damn…
- Dit onderwerp bevat 482 reacties, 58 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 1 jaar, 2 maanden geleden door Erwin.
-
MakerDiscussie
-
MakerDiscussie
-
het zal dan het eerste elfje worden met de motor tss de wielen ipv erachter. dus eigenlijk gewoon nen hybride transaxle met een sjieke vette B op z’n neus
Kan iemand mij uitleggen waarvoor het goed is om een platform ontworpen voor motor achteraan te gebruiken om een auto met motor vooraan te bouwen. Tenzij men het chassis achterste voor gebruikt? :happy:
Bentley EXP10 op Porsche 911 platform
Bentley staat op het punt om groen licht te geven voor de serieproductie van de EXP10 Speed 6 Concept. Het Britse merk heeft ook een uitstekend platform gevonden, namelijk dat van de 911.
Toen Bentley in maart van dit jaar op het salon van Genève de concept EXP10 Speed 6 tonde, ging het hart van menig autoliefhebber sneller slaan. Het verfijnde lijnenspel werd perfect in de verf gezet door het groene koetswerk van deze concept. Sinds het salon werkt Bentley aan een piste om het studiemodel te kunnen produceren.
De kritieken op wagen waren lovend en volgens de geruchten zal de constructeur binnenkort het licht op groen zetten voor een serieproductie. Bentley doet hiervoor een beroep op Porsche door het platform van de 911 te lenen. Een en ander ziet er dus erg beloftevol uit!
Hier te bewonderen en te koop 😯 . Voor de happy few, vrees ik. Vanaf nu speel ik op de Lotto :geek:
Nu moet mijn geld op, dacht ik. Ik kocht een Bugatti uit 1927′
Binnenkijken in de garage van oldtimerverzamelaar Dirk MoonsAls Dirk Moons met zijn Bugatti Type 35 T (1927) op een rally verschijnt, draaien alle hoofden. ‘Het is de auto waarmee Bugatti bekend werd: vijf keer op rij won het automobielmerk er de Targa Florio mee’, vertelt hij. ‘De 2.3-liter acht-in-lijn met twee carburatoren van 120 pk is een parel.’
‘Nu moet mijn geld op, dacht ik toen ik twee jaar geleden een knobbeltje in mijn keel voelde. Achteraf bleek het geen kanker, maar toen ben ik er wel voor gegaan. Ik heb onder meer twee andere auto’s verkocht: een Porsche 356 Speedster die ik al 17 jaar had, en een Morgan Plus 4 Flat Rad. En daarna heb ik nog wat bijgelegd. Ik betaalde zowat 250.000 euro. Het voornemen was om er veel mee te rijden. Maar algauw verval je in je oude gewoonten. Tot dusver heb ik de tank drie keer leeg gereden. Ik kijk er liever naar dan dat ik er mee rij.’
‘Al is de rijden wel apart’, vertelt Moons. Nadat we ons in de cockpit hebben gehesen, start hij het gevaarte. Met een racer uit de jaren twintig op de openbare weg: het slaat alles wat ik tot dusver in een auto ervoer. ‘Vertrekken en stoppen is een karwei; hij rammelt, schudt, schuift en springt over de weg. Klote-auto, denk je dan. Maar dan stop je en een uur later wil je toch weer rijden. Nu, ikzelf rij dus niet supergraag. Ik zie deze auto’s vooral als schilderijen.’‘Ik heb geen spijt van de aankoop. Maar de droom is wel weg. In autoland was dit het ultieme. Een originele? Ja, maar daarvoor betaal je 1,6 miljoen euro. Ik ben een werkmens.’
In Engeland is er controverse. Van de originele Type 35 werden maar een paar honderd exemplaren gebouwd, waarvan een flink deel ‘kapotgekoerst’ is. Jaren geleden gaf de prestigieuze Bugatti Owners’ Club aan de Britse inschrijvingsdienst de toestemming om onder precieze voorwaarden aan slechts gedeeltelijk originele auto’s een zogenaamd BC-chassisnummer toe te kennen. Onlangs werd evenwel ontdekt dat er nogal wat door het Argentijnse Pur Sang gloednieuw gebouwde replica’s met zo’n chassisnummer rondrijden. ‘Ik kocht deze auto van iemand die hem tien jaar geleden liet samenstellen met 85 procent nieuwe onderdelen op een origineel chassisnummer. Dat is precies hetzelfde. Ook de motor is identiek nagebouwd. Maar zo zijn er inderdaad veel exemplaren. Is dat erg? Je hebt er evenveel plezier aan. En anders dan met de originele exemplaren durf ik met die van mij rijden en koersen. Nu, koersen, ik ben een janettenchauffeur. De top ligt bij 165 km/h, maar meer dan 120 km/h heb ik nog niet aangedurfd.’
In de garage ook een Lagonda M45 TT (1934), eveneens een racer, in dit geval met een 4.5 liter-zescilindermotor. ‘Deze kocht ik in 1994 van Tijl Beeckman, een fabrikant van elastiekjes. Hij is origineel, behalve het koetswerk, dat liet ik maken bij LMB Racing in Wommelgem. Het is iets korter, en het achterzitje is nu een koffer. De benzinetank heeft een inhoud van 220 liter.’
We stappen in de Jaguar XK120 roadster (1952): de natte droom van velen. ‘Hier is wel ruimte, hé’, lacht hij. ‘Dit is een geciviliseerde ‘menerenauto’. Hij is comfortabel – verkeersdrempels kan je echt hard nemen – maar toch voel je je een chauffeur. Ik ga geregeld over het koetswerk met een in petroleum gedrenkte vod: dan pakt het geen vuil en moet ik het nooit schoonmaken. Hij krijgt er een wat vreemde schijn door, maar dat draagt bij aan het oldtimerkarakter.’
‘De typebenaming verwijst naar het feit dat dit de eerste productieauto was die 120 mijl per uur (193 km/h) behaalde. Dat werd destijds getest in Jabbeke – de Engelsen kwamen toen geregeld testen op onze snelwegen.’
‘De Morgan Plus 8 (1976) is dan weer harder. Die heb ik sinds 1984. Ik woonde toen nog thuis en had er zes jaar lang hard voor gespaard. Op mijn 24ste kocht ik een 1600, een paar jaar later deze achtcilinder. Het was echt de auto die ik wilde en het is ook de auto waaraan ik het meeste plezier heb beleefd. Tien jaar en meer dan 120.000 kilometer lang was het mijn enige auto. Ik ging toen wel met de fiets naar het station, en met de trein naar het werk.
Nu moet mijn geld op, dacht ik. Ik kocht een Bugatti uit 1927′
Binnenkijken in de garage van oldtimerverzamelaar Dirk MoonsAls Dirk Moons met zijn Bugatti Type 35 T (1927) op een rally verschijnt, draaien alle hoofden. ‘Het is de auto waarmee Bugatti bekend werd: vijf keer op rij won het automobielmerk er de Targa Florio mee’, vertelt hij. ‘De 2.3-liter acht-in-lijn met twee carburatoren van 120 pk is een parel.’
‘Nu moet mijn geld op, dacht ik toen ik twee jaar geleden een knobbeltje in mijn keel voelde. Achteraf bleek het geen kanker, maar toen ben ik er wel voor gegaan. Ik heb onder meer twee andere auto’s verkocht: een Porsche 356 Speedster die ik al 17 jaar had, en een Morgan Plus 4 Flat Rad. En daarna heb ik nog wat bijgelegd. Ik betaalde zowat 250.000 euro. Het voornemen was om er veel mee te rijden. Maar algauw verval je in je oude gewoonten. Tot dusver heb ik de tank drie keer leeg gereden. Ik kijk er liever naar dan dat ik er mee rij.’
‘Al is de rijden wel apart’, vertelt Moons. Nadat we ons in de cockpit hebben gehesen, start hij het gevaarte. Met een racer uit de jaren twintig op de openbare weg: het slaat alles wat ik tot dusver in een auto ervoer. ‘Vertrekken en stoppen is een karwei; hij rammelt, schudt, schuift en springt over de weg. Klote-auto, denk je dan. Maar dan stop je en een uur later wil je toch weer rijden. Nu, ikzelf rij dus niet supergraag. Ik zie deze auto’s vooral als schilderijen.’‘Ik heb geen spijt van de aankoop. Maar de droom is wel weg. In autoland was dit het ultieme. Een originele? Ja, maar daarvoor betaal je 1,6 miljoen euro. Ik ben een werkmens.’
In Engeland is er controverse. Van de originele Type 35 werden maar een paar honderd exemplaren gebouwd, waarvan een flink deel ‘kapotgekoerst’ is. Jaren geleden gaf de prestigieuze Bugatti Owners’ Club aan de Britse inschrijvingsdienst de toestemming om onder precieze voorwaarden aan slechts gedeeltelijk originele auto’s een zogenaamd BC-chassisnummer toe te kennen. Onlangs werd evenwel ontdekt dat er nogal wat door het Argentijnse Pur Sang gloednieuw gebouwde replica’s met zo’n chassisnummer rondrijden. ‘Ik kocht deze auto van iemand die hem tien jaar geleden liet samenstellen met 85 procent nieuwe onderdelen op een origineel chassisnummer. Dat is precies hetzelfde. Ook de motor is identiek nagebouwd. Maar zo zijn er inderdaad veel exemplaren. Is dat erg? Je hebt er evenveel plezier aan. En anders dan met de originele exemplaren durf ik met die van mij rijden en koersen. Nu, koersen, ik ben een janettenchauffeur. De top ligt bij 165 km/h, maar meer dan 120 km/h heb ik nog niet aangedurfd.’
In de garage ook een Lagonda M45 TT (1934), eveneens een racer, in dit geval met een 4.5 liter-zescilindermotor. ‘Deze kocht ik in 1994 van Tijl Beeckman, een fabrikant van elastiekjes. Hij is origineel, behalve het koetswerk, dat liet ik maken bij LMB Racing in Wommelgem. Het is iets korter, en het achterzitje is nu een koffer. De benzinetank heeft een inhoud van 220 liter.’
We stappen in de Jaguar XK120 roadster (1952): de natte droom van velen. ‘Hier is wel ruimte, hé’, lacht hij. ‘Dit is een geciviliseerde ‘menerenauto’. Hij is comfortabel – verkeersdrempels kan je echt hard nemen – maar toch voel je je een chauffeur. Ik ga geregeld over het koetswerk met een in petroleum gedrenkte vod: dan pakt het geen vuil en moet ik het nooit schoonmaken. Hij krijgt er een wat vreemde schijn door, maar dat draagt bij aan het oldtimerkarakter.’
‘De typebenaming verwijst naar het feit dat dit de eerste productieauto was die 120 mijl per uur (193 km/h) behaalde. Dat werd destijds getest in Jabbeke – de Engelsen kwamen toen geregeld testen op onze snelwegen.’
‘De Morgan Plus 8 (1976) is dan weer harder. Die heb ik sinds 1984. Ik woonde toen nog thuis en had er zes jaar lang hard voor gespaard. Op mijn 24ste kocht ik een 1600, een paar jaar later deze achtcilinder. Het was echt de auto die ik wilde en het is ook de auto waaraan ik het meeste plezier heb beleefd. Tien jaar en meer dan 120.000 kilometer lang was het mijn enige auto. Ik ging toen wel met de fiets naar het station, en met de trein naar het werk.
Ik hou nog steeds van de sharknose die zij hadden. Vooral bij de 5-series.
Ik hou nog steeds van de sharknose die zij hadden. Vooral bij de 5-series.
Bangelijk die BMW’s voor ene Chris Bangle de vormtaal bij BMW verkrachtte :bounce:
Bangelijk die BMW’s voor ene Chris Bangle de vormtaal bij BMW verkrachtte :bounce:
Heb zo eentje in het blauw gehad. Spijtig dat ik hem laten gaan heb. (20 jaar geleden, was nog niet echt een oldie)
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.