- Dit onderwerp bevat 49 reacties, 25 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 6 jaren, 2 maanden geleden door .
-
Discussie
-
23 juli 2018 om 15:45
Deel 1
Op vraag van mijn vele fans, volgt hier editie 2018.
Ja, vele fans, want ik reken mijzelf ondertussen tot de grote literaire auteurs van België om niet te zeggen Europa, maar dat komt nog. Een groot bakkes opzetten en een, vooral linkse, politieke mening er op nahouden doet wonderen aan de verkoop van de geschreven kunstwerkjes.
Alleen wil dit bij mij niet lukken, waarschijnlijk omdat ik geen groot bakkes heb en vooral omdat ik er geen linkse politieke menig op nahoud. Als ik tijdens, weeral eens zo’n oervervelende receptie van een nog vervelender boek, tegen mijn collega auteurs vertel dat ze alle IS’ers, groot en klein, Belg of eender wat, maar moeten laten zitten waar ze zitten, en er die crapuleuze advocaat van een Walter Damen er ook maar ineens naartoe sturen en er dan tegelijk een bom opgooien zodat we van al die klootzakken voor eens en voor altijd vanaf zijn, dan bekijken ze mij alsof ik de kwaadheid zelve ben, alsof ik al die bommen gemaakt heb, alsof ik de mensen met een bot verroest mes de kop afgesneden heb, of mensen levend verbrand heb in een kooi, vrouwen verkracht heb en ze daarna met een mes bewerkt heb of kinderen aangespoord heb om met een bommengordel naar de ongelovigen te lopen. Is dat dan niet een beetje onze eigen schuld zeggen ze dan, hadden wij die mensen niet een beetje meer begrip kunnen tonen en hun culturen en godsdiensten respecteren? Hier kan ik niet tegen op.De trip komt dit jaar lang laat op gang, waar gaan we naartoe, hoelang zijn we weg, allemaal vraagtekens tot eind juni.
Jack “de Russel” is niet meer, de aanblik van zijn droeve ogen, die triestige blik die aanzien dat de koffers weer ingepakt worden en hij weer niet mee zal mogen, missen we reeds geruime tijd. We hebben hem laten cremeren om nadien uit te strooien op zijn geliefde plekje in de tuin, alleen is het er nog niet van gekomen en staat hij nog steeds in een blikken doos op de schouw, maar dat mag, dat is niet erg, leve onze Jack.
We rijden naar Honfleur. Ik had er nog nooit van gehoord maar blijkbaar kent iedereen het kleine, mooie vissersdorpje in Normandië aan de monding van de Seine. En het is er inderdaad mooi, maar ook, en dit is overal waar veel toeristen komen, vergeven van de restaurantjes, vooral visrestaurantjes dan, waar je “fruit de mère” kunt eten aan een veel te dure prijs en bovenal trekt het dan nog op niks ook. De befaamde “tourist trap” weet je. Ook wij laten ons vangen en betalen te veel op wat er op het eerste zicht fantastisch uitziet maar eerder smaakt naar een oude diepvriezer. Dit laat ik niet nog eens gebeuren neem ik mij voor en bestel de volgende dag in een ander, meer afgelegen, restaurantje een lekkere “magret de canard” met een lekker, rood wijntje aan een eerlijke prijs. Missie geslaagd. Oh ja, ik ben dan s ’nachts nog even gepasseerd langs het visrestaurantje van daags tevoren om eens goed mijn blaas te ledigen in zijn klaarstaande diepvrieskisten waarmee de eigenaar zijnen brol gaat halen in één of andere louche groothandel. Waarschijnlijk, denk ik nu, was ik niet de enige die dit ooit gedaan heeft en smaakt daarom zijne “Fruit” naar zeik.
In Trouville sur Mèr, waar we daags nadien doorrijden hebben ze wel heerlijk uitziende verse vis en schaaldieren in de kraampjes liggen aan wel aanvaardbare prijzen.
Omaha, Utah, Yuna, Gold, Sword beach, alle stranden waar onze bevrijders op 6 juni 1944 aan land zijn gegaan staat ook op de te bezoeken lijst. We zien kanonnen, monumenten en ook bezoeken we het Amerikaans kerkhof. Wat een waanzin heeft hier plaatsgegrepen en we zijn onder de indruk maar later op de reis zullen we nog veel stiller en nog meer aangegrepen worden door wat we dan te zien krijgen. Wat een klootzakken waren die Duitsers. En dat is nu net het volkje dat je op zulk een plaatsen niet tegenkomt. Voor de rest zitten ze overal maar op zulke plaatsen blijven ze wijselijk weg, het is ze geraden. De eerste, de beste mof die je op zo’n moment tegenkomt stamp je met plezier tegen zijn ballen, of beter nog, je snijd ze er af met een verroest mes zoals de IS’ers dat doen.
We doorkruisen het gedeelte Frankrijk waar we nog nooit geweest zijn, en ook aan de westkant van de “route de soleil” kan je uren alleen op de wereld doorrijden, geen kat kom je tegen op de kleine D-wegen richting Limousin.
Even een tussenstop in Le Mans alwaar de dag ervoor blijkbaar het 70 jarig bestaan van Porsche gevierd werd, en of ik dan, ook al was ik een dag te laat, even een rondje mocht doen over het circuit. Ik ben namelijk goed bevriend met Steve Mc Queen zeg ik tegen de vrouw aan de balie en bewijs dit met een foto. “Oh monsieur, mais oui, bien sur , le track est complete pour vous”. Zo dat hebben we dan ook weer netjes geregeld.
s ’Avonds logeren we in een Chambre d’Hotes aan de Loire. Het is de avond dat onze Duivels verliezen van die fucking Fransen met hunne kutvoetbal. Vanaf dat moment haat ik die klootzakken al even erg als de Duitsers.
’s Morgens zijn mijn kuren al over, vooral omdat Amélie, onze gastvrouw een lekker “scrumble” eitje voor mij gebakken heeft, daar ben ik zot van, vooral als er van dat krokant spek bij is, en goei boter voor op het frans brood. De Fransen kennen hun wereld, dat moet ik ze nageven. Terwijl ik zit te eten zie ik op hun gras plots de hond komen aandraven. Wat een raar beest denk ik, deze is flink gehandicapt, maar eens het beest dichterbij komt zie ik dat het helemaal geen hond is. Godverdomme, een everzwijn loopt hier 10 meter voor mijn neus in de tuin en het is nog een tam ook. Amélie legt uit dat haar man het beestje in de herfst in het aanpalende bos gevonden heeft met een schotwonde van een jager. De helft van zijn neus was er af geschoten maar het jonge diertje leefde nog. Ze hebben het dan verzorgt en grootgebracht en dit maakt dat ze nu met een beest van een everzwijn op hunnen hof zitten.
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.