Dit weekend, in de nacht van zaterdag 28/okt op zondag 29/okt, gaan we van zomertijd naar wintertijd. We doen dat in België al sinds 1977, een beslissing die toe Want in december stemt het Europees parlement een resolutie over de afschaffing. Daarna ligt de weg open om de zomer- en wintertijd eindelijk af te schaffen. Dat zal dan nog wel een jaar of twee duren.
De oliecrisis van 1973, die tot een golf van energiebesparende maatregelen leidde, was voor veel Europese landen aanleiding om opnieuw de zomertijd in te voeren. Spanje en Albanië begonnen er als eerst in 1974 mee. In 1975 volgden Griekenland en Cyprus.
Frankrijk volgde in 1976, Nederland, België, Luxemburg, Portugal en Polen in 1977, Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en Roemenië in 1979. De Bondsrepubliek wachtte nog tot 1980, totdat hierover een afspraak met de DDR was gemaakt. Ook Oostenrijk, Denemarken, Hongarije, Noorwegen en Zweden sloten zich toen aan. In 1981 volgden de Sovjet-Unie, Zwitserland, Finland en Liechtenstein, en in 1983 Joegoslavië. In 1985 sloot Andorra zich aan, als laatste land in Europa.
Maar was dat wel zo’n goed idee? In West-Europa loopt de klok normaal gesproken al voor op de zonnetijd (in de Benelux in de winter circa 35 minuten). Gedurende de zomertijd wordt dat nog een uur meer. Dat extra uur wordt door sommige mensen als te groot ervaren.
Een ander bezwaar zijn de moeizame omschakelingen tussen zomer- en wintertijd. Mensen blijken wel degelijk moeite te hebben om zich aan te passen aan wijzigingen in het dagritme. Vooral kinderen, ouderen en avondmensen hebben daar last van, waardoor ze in de week na de aanpassing oververmoeid kunnen raken. Ook daarna kan het langer licht blijven ‘s avonds problemen opleveren met in slaap komen, en slaapproblemen kunnen de arbeidsproductiviteit verlagen.
In 2007 hebben wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen, in samenwerking met de Ludwig Maximilians-Universiteit te München, aangetoond dat de zomertijd een langdurig en behoorlijk groot effect heeft op de biologische klok van de mens.
De energiebesparende effecten van het zomer- en winteruur blijken ook niet te zijn wat men er van had verhoopt. Ook een groeiende groep leden van het Europees Parlement vindt de EU-regeling over het klokverzetten onnodig en gaat daarover binnenkort een resolutie ter stemming brengen. Als die in december – zoals verwacht – wordt goedgekeurd, verhuist de zaak naar de Europese Commissie en daarna moeten elk van de lidstaten het plan ook nog goedkeuren.
Als een meerderheid van de EU-landen voorstander blijkt van afschaffing, dan is de zomertijd effectief verleden tijd en zullen we het hele jaar door gebruik maken van de wintertijd (ofwel de standaardtijd). Tegen dan zijn we zeker twee jaar verder.